Botulisme
Over het algemeen is botulisme niet gevaarlijk voor mensen, honden en katten.
Gevaarlijk voor mensen zijn de volgende – gelukkig zeldzame – botulisme: A, B, E en F. Voor de eveneens weinig voorkomende type D zijn vooral runderen vatbaar.
Als een met botulisme besmet kadaver lang blijft liggen, kunnen hierin ook voor de mens gevaarlijke typen botulisme B en E ontstaan, zich vermeerderen en toxine vormen.
De bacterie die botulisme veroorzaakt kan zich alleen onder bepaalde omstandigheden vermenigvuldigen, hetgeen dan erg snel gebeurt.
Gunstige omstandigheden voor botulisme zijn:
- een eiwitrijk milieu (dode vogels of vissen, vooral als deze in het water liggen);
- water dat tussen de 15ºC en 35ºC ligt (ondiepe, stilstaande wateren en plasjes).
Botulisme verspreidt zich snel via besmette dode dieren. De infectie met botulisme gebeurt door het opnemen van weefseldeeltjes van dode dieren of van vliegenlarven (maden), die afkomstig zijn uit dode, besmette dieren. De bacterie wordt ook wel rechtstreeks uit de bodem opgenomen.
Botulisme tast het zenuwstelsel aan en veroorzaakt spierverlamming. Eén van de eerste signalen die opvalt is dat de vogels niet kunnen vliegen. Daarna raken de spieren in de poten verlamd, en bewegen de vogels (eenden) zich voort over water- en moddervlaktes door middel van hun vleugels. Deze reeks van signalen is in tegenstelling tot dat van vogels met loodvergiftiging, die problemen hebben met vliegen maar wel kunnen blijven lopen en rennen. Verlamming van het derde ooglid en de nekspieren volgen. Deze 2 signalen zijn het makkelijkst te herkennen in verband met botulisme. Tenslotte zullen de vogels verdrinken, wanneer ze dit stadium hebben bereikt. Diegene die niet verdrinken of gevonden worden, zullen op de kant alsnog sterven aan ademhalingsstoornissen wanneer de verlamming zich verder door het lichaam verspreid. Overigens kunnen zieke vogels gered worden wanneer ze op tijd naar een vogelopvang gebracht worden, hetzij door de vinder van de vogel, hetzij via de dierenarts. Na genezing vormen de dieren geen risico voor hun omgeving meer.
Grijp snel in wanneer u een zieke vogel vindt, breng deze zo snel mogelijk naar een dierenarts of naar een vogelopvang bij u in de buurt. Denk eraan dat u goed uw handen wast, of het dier met handschoenen oppakt. De vogelopvang of dierenarts weten precies wat ze moeten doen en ook welke meldingen ze moeten doen aan bepaalde instanties om erger te voorkomen.